Hoe jenever van het wereldtoneel verdween

jeneverfestival

JeneverFestival 2013 – de bartender is er klaar voor

Zou onze jenever ooit weer een interessant exportproduct kunnen worden? Met die vraag in gedachten struinde ik vorige week langs de stands van een kleine twintig Nederlandse jeneverstokers tijdens het JeneverFestival in de Posthoornkerk in Amsterdam.

Jenever is een authentiek Nederlands/Belgisch product. Moutwijn (een halfdistillaat van voornamelijk gerst en rogge) en onze lange traditie van het stoken van kruiden- en vruchtendistillaten en het trekken van kruiden op alcohol maken jenever uniek in zijn soort.

We hebben het dan niet over de fantasieloze, ‘industriële’ jonge jenever die altijd wel ergens voor € 9,99 per literfles in de aanbieding is. Daar gaan we de wereld niet mee veroveren.

Als we het over serieuze jenever hebben, moet je denken aan de premium jenevers van merken als Notaris (houtgerijpte jenever, eigen moutwijn); Van Wees/De Ooievaar (geen suiker, tot 20 jaar oude genevers, roggenaer); Rutte (jonge jenever met 15% moutwijn, gerijpte oude jenevers, koornwyn); Bols Corenwyn (tot 10 jaar oud); Zuidam (zelfgestookte moutwijn); Old Schiedam Single Malt Genever (100% moutwijn) van het Jenevermuseum; en nieuwkomers die een andere, eigenwijze weg inslaan zoals Kalkwijck Distillers in Twente (sinds 2009, 100% eigen duurzaam geproduceerde gerst).

Gin en genever

Dan heb je nog gin. Gin en jenever zijn familie van elkaar. Verre familie, want gin was al in de zeventiende eeuw de Engelse versie van moutwijnjenever. De huidige gin doet niet meer aan moutwijn. Wat dat betreft lijkt de drank op jonge jenever. Bij gin moeten alle kruiden bovendien in één keer met neutrale alcohol worden meegedistilleerd. Waar die beperking voor nodig is heb ik nooit begrepen. Goedbeschouwd is gin met kruiden gearomatiseerde wodka. Gin is de van huis weggelopen bastaard van genever, net zoals de meeste jonge jenever een zwak aftreksel is van het origineel.

Toch is gin internationaal bekend en geliefd, terwijl vrijwel niemand buiten Nederland en België jenever drinkt. Dat is wel eens anders geweest. Ooit was jenever de meest gedronken spirit ter wereld. In 1882 telde Schiedam bijna vierhonderd branderijen die samen 46 miljoen liter moutwijn per jaar produceerden. Wat ging er mis?

Notaris

Marjan en Dick Jansen van Notaris jenever

Hoe  jenever zijn leidende positie verspeelde

Tijdens een master class van drankenproducent Herman Jansen/ Branderij de Tweelingh – onder meer bekend van het jenevermerk Notaris – drong het tot me door dat het verleden van de jenever actueler is dan we beseffen. Marjan Jansen gaf een lezing waarin zij de geschiedenis van jenever en whisky naast elkaar zette.

Sinds de veertiende eeuw heeft Nederland een vooraanstaande rol gespeeld in de ontwikkeling van de distilleerkunst. Dankzij de graanhandel in de havens van Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam bereikte de productie van moutwijn en jenever een hoogtepunt. Eind negentiende eeuw stortte de jeneverhandel echter in, terwijl whisky toen voortvarend bezig was aan de opmars die de Schotse drank zou brengen tot de sterke marktpositie die het nu inneemt. Een samenloop van omstandigheden en een combinatie van factoren speelden hierbij mee, maar één element daarvan is nog altijd actueel: de rol van moutwijn.

Engelse concurrentie

Schotland was sinds 1860 op de exportmarkt actief met blended whisky (een mix van malt whisky en graanwhisky). De blended whisky was een nieuw product, dat als geroepen kwam toen er veel minder brandewijn (cognac, brandy) kon worden gemaakt vanwege de epidemie van de druifluis die de Europese wijngaarden vernietigde. Ook de jeneverstokers profiteerden hiervan, alleen konden zij de vraag niet aan. Er was onvoldoende voorraad om de moutwijn te lageren. Bij de jeneverproductie werd steeds meer goedkope melasse-alcohol gebruikt. Deze melasse-alcohol werd gestookt uit suikerbietenpulp via kolomdistillatie in een ‘column still’, waarbij veel meer alcohol in één keer kan worden gemaakt dan in een distilleerketel of ‘pot still’.

Ook graanwhisky wordt op die manier gestookt, maar graan geeft betere alcohol dan melasse en de Schotten hadden een voorraad gerijpte malt whisky waar ze nog jaren mee vooruit konden. Bovendien nam het Engelse parlement in 1898 een wet aan waarin de productie-eisen werden vastgelegd voor gin en ‘geneva’. De moutwijn moest in een distilleerketel zijn gemaakt, en wel in vier distilleersessies. Alleen onder die voorwaarden mocht de drank worden verkocht in de Engelse koloniën.

De Nederlandse jenever voldeed niet aan deze voorwaarden. Het product jenever was überhaupt niet beschermd. Er waren geen regels die konden voorkomen dat de goedkope melasse-alcohol meer en meer de dure moutwijn verdreef. Veel branderijen die moutwijn produceerden gingen failliet. De grootvader van de huidige directeur Dick Jansen van Notaris jenever was een van de producenten die ervoor pleitte om jenever en moutwijn te beschermen.

Uiteindelijk deed de gemeente Schiedam in 1902 een poging om ‘de echtheid van de Schiedamschen jenever’ te waarborgen. Maar toen was het al te laat. Niet veel later was de jenever zo goed als volledig van het internationale toneel verdwenen.

In 1987 besloot het familiebedrijf Herman Jansen weer volgens de toen 85 jaar oude Schiedamse verordening zijn eigen moutwijn te maken. En dat heeft het bedrijf geen windeieren gelegd, want Notaris behoort tot de beste jenevermerken. Het verleden is dichterbij dan we beseffen.

Share

Comments are closed

© 2023 Sjakes.com. Inloggen - Designed by Crystina creates & Gabfire Themes